PROVINCIALEWEG
de Kraanstraat
Cor van Someren
Ik ben in Haastrecht in 1942 geboren langs de Provincialeweg op huisnummer 12, in een gezin met vijf broers en een zusje. Hier heb ik de eerste 25 jaar van mijn leven gewoond. Oorspronkelijk was de grond van de Hervormde Diaconie en in 1917 bouwde aannemer Anton Kraan er een tiental huisjes met op de hoek met de Kleine Haven een buurtwinkel en op de andere Hoek met het Marktveld de petroleumhandel van Teun Spek met zijn Esso benzinepomp. Het straatje kreeg als bijnaam ‘de Kraanstraat’ naar zijn bouwer en werd in 1972 afgebroken voor grotere woningen met op de plek van de buurtwinkel een bankgebouw. In 1990 kreeg het straatje officieel de naam Kraanstraat.
Aan de Provincialeweg heb ik als jochie vele herinneringen, zoals de lagere school bij de nonnen (de Sint Catharinaschool) op de hoek Provincialeweg / Grote Haven. Op het kruispunt ben ik in de hoogste klas verkeersbrigadier geweest. Met een lange witte jas en een rood en wit geverfde bamboehengel als ‘slagboom’. Die spullen moesten we iedere dag, samen met kinderen van de Openbare school, ook voor het kruispunt met het Marktveld, halen bij de Brandweerkazerne op de Bredeweg. Langs de weg brachten we uren door met het opschrijven van de autonummers van de passerende auto’s. Er werd ook getold en gehoepeld en je moest alleen even stoppen wanneer er een auto aan kwam. Het was druk op de weg op donderdag als de boeren met hun kaasbrik met een paard er voor naar de donderdagmarkt in Gouda reden en kon je een heel stuk achter de karren gaan hangen, maar moest je helaas wel teruglopen.
In de februarinacht in 1953, de Watersnoodramp, is het kruispunt Provincialeweg / Marktveld geblokkeerd geweest. Dat was toen uit Vlist en uit het dorp alle sterke kerels in de stormwind naar de weg kwamen om vrachtauto’s met zandzakken de laden. Het geschreeuw in het donker en de paniek als 10jarig jochie, herinner ik me nog. In de Kersttijd liep er regelmatig een stroom wandelaars, ook uit Gouda, over het fietspad naar de kloosterkerk van de paters Passionisten bij Hekendorp. De studenten van het klein seminarie bouwden ieder jaar een enorme kerststal in de kerk. Hij was heel hoog en was volgebouwd met o.a. een stal, waterval, bergen, veel dieren en een sfeervolle verlichting. Druk was het in de zomer bij De Kleine Betuwe. Dan liep het verkeer met wandelaars, fietsers, auto’s en bussen vast. Ik hoor nog de muziek van Les Paul en Marry Ford over de weg galmen. Er waren ook trieste herinneringen zoals dat een van m’n broers, Theo, op 5jarige leeftijd in 1940 op de Provincialeweg door een Duitse officier aangereden werd en het net aan overleefde, helaas kreeg hij op 17jarige leeftijd in 1952 een hartinfarct in De Kleine Betuwe, die hij niet overleefde.
Op de hoek Provincialeweg / Marktveld stonden er wel iedere dag gepensioneerde mannen te praten. Deze ‘beurs’ was een begrip op het dorp want Jan van Eijk, Dorus van Someren, Dirk Zuidervliet, etc. stonden er dorpsroddels uit te wisselen: hoe ‘de voetbal’ had gespeeld, wie er allemaal met de bus van VAGU naar de stad gingen (en hoe ze met tassen vol terug kwamen). De padvinders organiseerde in de jaren 50 Palmpasen optochten. Het rondje was via de Hoogstraat, over de Provincialeweg, naar het clubhuis op de Zijdeweg. In het voorjaar was de Provincialeweg op zondag een heel kleurige weg. De motorkap van veel auto’s en aan het stuur van fietsers hingen versieringen van bloemenkransen van de bloembollenvelden. Dat trok vele kijkers. In de zomer stond Han Lakerveld en later zijn zoon Toon met de ijscokar op hun vaste plek langs de Provincialeweg, afwisselend bij wasserij Bleeklust, op de hoek van de Bredeweg en bij het voetbalveld. Dit zijn een paar jeugdherinneringen uit de jaren 50.